Ouders misleid over middelen bij ADHD

De verkoop van geneesmiddelen tegen ADHD loopt als een trein,

maar het onderzoek dat aan de basis ligt van die verkoop toont nu aan dat er op langere termijn geen gunstig effect is.ADHD
In de afgelopen vier jaar steeg het aantal kinderen dat een sterk stimulerend middel, zoals Ritalin, tegen ADHD (aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit) kreeg voorgeschreven, met 40 procent. Experts vrezen echter dat met opzet misleidende informatie aan ouders is verstrekt over de werkzaamheid en veiligheid van deze middelen.

De explosieve groei van de markt voor ADHD-middelen is terug te voeren tot 1999, toen de Multimodal Treatment Study of Children with ADHD (MTA) werd gepubliceerd. In die studie werden 485 kinderen gevolgd na de diagnose ADHD en een van de conclusies luidde dat geneesmiddelen een effectieve langetermijntherapie vormden die beter was dan andere behandelingen zoals gesprekstherapie. Binnen enkele weken na de publicatie van de MTA verspreidden de fabrikanten van middelen als Ritalin, Adderall en Concerta (alle merknamen van het middel methylfenidaat) kopieën van het artikel onder artsen in heel Europa en de VS. Sindsdien is het aantal keren dat zulke middelen werden voorgeschreven, in Nederland net als in andere westerse landen elk jaar met sprongen gestegen. Alleen al in de VS werd dit middel tegen ADHD het afgelopen jaar bijna 40 miljoen maal voorgeschreven.

Nu groeit de bezorgdheid dat zowel artsen als ouders misleidende informatie gekregen hebben van de leden van het MTA-onderzoeksteam. Die laatsten worden ervan beschuldigd een te optimistische draai aan hun bevindingen te hebben gegeven en de veiligheidsaspecten van het middel te hebben gebagatelliseerd.

De belangrijkste criticus van het MTA-onderzoek is de psycholoog William Pelham van de State University of New York in Buffalo, die bij het veldwerk betrokken is geweest. Dr. Pelham zegt dat ‘de stellingname van de onderzoeksgroep in het eerste artikel dermate krachtig is geweest, dat [ze] er problemen mee hebben te zeggen dat ze het mis hadden…’. In werkelijkheid had de MTA geen uitkomsten die de claim rechtvaardigden dat ADHD-middelen op de lange termijn een oplossing bieden: op dat moment waren de follow-up-onderzoeken net begonnen en waren de kinderen nog geen jaar gevolgd. De volledige, acht jaar durende follow-up is vorig jaar afgerond. Tegen die tijd vonden de MTA-onderzoekers geen verschillen meer tussen het gedrag van kinderen die medicatie hadden gekregen (sinds 1999) en kinderen die dat niet hadden gekregen.

Desondanks blijft het zeer invloedrijke Amerikaanse National Institute of Mental Health (NIMH) bij het oorspronkelijke standpunt dat deze middelen een langdurige ondersteuning bieden. Het afgelopen jaar bracht dit instituut een persbericht uit met als kop: ‘Verbetering na ADHD-behandeling bij meeste kinderen blijvend’. Deze claim wordt niet gesteund door de meest recente uitkomsten, die de NIMH toen al gezien had.

Dit jaar zijn de uitkomsten van de achtjarige follow-up van de MTA gepubliceerd1 en deze bevestigen de initiële aankondiging van vorig jaar: de voordelen van medicijngebruik verdwijnen na veertien maanden en op dat moment bestaat er geen verschil in gedrag en concentratievermogen meer tussen kinderen die een ADHD-middel krijgen en kinderen die dat nooit hebben gekregen.

Dr. Pelham is bang dat een aantal van zijn collegae in het MTA-onderzoek al vroeg wisten dat de geneesmiddelen geen langetermijnvoordeel opleverden: misschien wisten ze het al in 1999. In een interview heeft hij eens gezegd dat zijn collegae ‘meer dan eens probeerden de bewijzen weg te redeneren die de bruikbaarheid van medicatie op de lange termijn tegenspraken. Als hun uitleg voor die resultaten geen stand hield, dan gingen ze op zoek naar een andere uitleg’.

Bron foto: healthaim.com
*overgenomen met toestemming Tijdschrift Medisch dossier
Deel dit artikel op..
Dit bericht is geplaatst in Artikelen A met de tags , , , , . Bookmark de permalink.