Is Homeopathie onzin

Alhoewel steeds meer mensen bij een klassiek homeopaat te raden gaan en doorgaans met succes, blijven er altijd tegenstanders die beweren dat de werking van homeopathie niet bewezen is. Je gelooft er in of je gelooft er niet in.(zie ook artikel website het placebo-effect) Zij gaan voorbij aan het feit dat ervaring ook een bewijs is, al is dat dan persoonlijk. Iedereen weet dat de huid verbrandt als je deze in een vlam houdt en dat je nat wordt als je onder de douche gaat staan. Dat behoeft niet onomstotelijk in een laboratorium via wetenschappelijk onderzoek te worden bewezen. Dat zijn ervaringsfeiten.

Er zijn vele onderzoeken gedaan naar de werking van klassiek homeopatische middelen. Met wisselend resultaat. Dat is logisch omdat men probeert op een materiële manier bewijs te overleggen over immateriële substanties. Testen op proefpersonen verlopen moeizaam. Ook dat is logisch omdat juist de klassieke homeopathie ieder mens als uniek beschouwt. Daarom krijgt ook iedere patiënt het bij hem of haar passende middel. 10 mensen met alle 10 dezelfde klachten zullen waarschijnlijk alle 10 een ander middel nodig hebben om tot genezing te komen, terwijl 10 mensen met alle 10 verschillende klachten, misschien wel allen hetzelfde middel nodig hebben. De klacht(en) worden immers altijd beoordeeld in combinatie met andere factoren. De één is kouwelijk, houdt van gezelschap en is dorstig, de ander is warmbloedig, mijdt gezelschap en is dorsteloos. Toch kunnen beiden dezelfde klacht hebben, maar zoals u zult begrijpen hebben beiden wel een ander middel nodig om tot genezing te komen.
Dat maakt experimenten lastig.

Aesculus is één van de vele middelen in de klassieke homeopathie die men zou kunnen gebruiken bij aambeien. Bij een aantal mensen zal dit inderdaad werkzaam zijn. Bij anderen niet. Deze zullen bijvoorbeeld Hamamelis of een ander middel nodig hebben. Dat heeft te maken met alle bijkomende factoren. Hieruit kunt u concluderen dat het niet mogelijk is om een grote groep mensen met aambeiklachten met één en hetzelfde middel van hun klachten af te helpen. Er moet gezocht worden naar een individueel middel.

Voor onderzoek zal er dus een situatie gecreëerd moeten worden die past bij het te onderzoeken experiment.

Waar men ook steeds weer over valt zijn de potenties (zie artikel potenties). Toch is dit wel wetenschappelijk aangetoond, doch de uitkomsten zijn totaal genegeerd.
Lili Kolisko (een volgeling van Steiner) heeft aangetoond dat er een werkingsverschil is tussen de diverse potenties.
Zij nam een aantal graankorrels van gelijke kwaliteit en liet ze ontkiemen. Voor een deel ervan gebruikte zij gedestilleerd water (waarin niets meer aanwezig is en dus niet van invloed kan zijn op de kiemkracht van de graankorrel). In andere bakjes gebruikte zij water met daar aan toegevoegd metaalzouten in diverse potenties. Zij hield de groei in de gaten en kwam er achter dat lage potenties de groei afremde. Werden de potenties opgevoerd dan werd op een gegeven ogenblik een punt bereikt waarop de groei precies gelijk was aan die van de korrels op gedestilleerd water. Werden de potenties nog verder opgevoerd dan versnelde de groei. Op dit moment hebben heel wat geleerden middels biologische en natuurkundige proeven aangetoond dat verschillende potenties verschillende invloeden hebben.

Als wij zo door de eeuwen heen bekijken wat men als vaststaand bewijs zag en wat niet, kan ik mij alleen maar aansluiten bij de woorden van Petrus de Genestet: AVeel wordt bewezen wat in grond niet waar is en veel is eeuwig waar, ofschoon het echte bewijs niet daar is.

Deel dit artikel op..
Dit bericht is geplaatst in Artikelen H, Artikelen I. Bookmark de permalink.