De 50 plus Pil. Hoe wij allemaal gezond oud worden

Wist U dat wij allen nog maar liefst 3,5 jaar ouder kunnen worden dan nu? Daar hoeft U weinig voor te doen. U slikt de polypil en het is voor elkaar.

Een nieuw gat in de markt voor de farmaceutische fabrikanten. Alhoewel, waarschijnlijk zal hun omzet dalen, want 4 afzonderlijke pillen zullen economisch gezien interessanter zijn dan 1. Waaruit bestaat deze wonderpil? Dat verschilt. In de ene pil zitten 4 ingrediënten, maar er zijn er ook met 5.
We maken een mix van:
3 anti-hypertensiva (tegen hoge bloeddruk: bestaande uit een plaspil, een betablokker en een ace remmer oftewel thiazide, atenolol en ramipril), 1 cholesterolremmer, aspirine en waarschijnlijk wat foliumzuur. Et voilà, we worden gezond en wel 3,5 jaar ouder. Is dat ook zo? Dr. Nijhuis verbonden aan het Erasmus MC pleit ervoor om de polypil aan ALLE 50+ voor te schrijven.
Waarom zou je als gezond mens medicijnen tot je gaan nemen, die ongetwijfeld bijwerkingen zullen geven. Zitten we daar echt op te wachten?
Zomaar enkele waarschuwingen indien U hydrochloorthiazide gebruikt overgenomen uit de bijsluiter:

Gebruiken
bij chronisch licht tot matig ernstig hartfalen (onvoldoende pompkracht van het hart)
bij ophoping van vocht (oedeem) als gevolg van: leververschrompeling; onvoldoende werking van het hart en bepaalde stoornissen in de werking van de nieren
bij verhoogde bloeddruk; alleen of in combinatie met andere middelen
bij renale diabetes insipidus (hormonale nierziekte gekenmerkt door veel plassen en gevoel van dorst)
bij een onverklaarbaar verhoogd calciumgehalte in de urine en ter voorkoming van calciumbevattende nierstenen.

WAT U MOET WETEN VOORDAT U HYDROCHLOORTHIAZIDE PCH INNEEMT
Gebruik Hydrochloorthiazide PCH niet
wanneer u overgevoelig bent voor hydrochloorthiazide of andere benzothiadiazinen (bepaalde urine-uitdrijvende middelen) en/of sulfonamiden (bepaalde middelen tegen infecties)
wanneer u last heeft van anurie (onvermogen van de nieren om urine te produceren)
wanneer u last heeft van ernstige verminderde werking van de lever of nieren
wanneer u last heeft van een ernstig verlaagd kalium- en/of natriumgehalte in het bloed of een verhoogd calciumgehalte in het bloed
wanneer u lijdt aan jicht
wanneer u last heeft van bepaalde aandoeningen die een groot kaliumverlies tot gevolg hebben
wanneer door slechte doorbloeding van de nier uw nieren onvoldoende functioneren
Wees extra voorzichtig met Hydrochloorthiazide PCH
wanneer u bejaard bent; er zal regelmatig bloed worden afgenomen om de verhouding tussen de zouten in het bloed (natrium, kalium en calcium) te controleren
wanneer u Hydrochloorthiazide PCH langdurig gebruikt
wanneer u last heeft van ophoping van vocht in de buikholte als gevolg van levercirrose (ernstige leverziekte gekenmerkt door een blijvende aantasting van het leverweefsel); er zal regelmatig bloed worden afgenomen om de verhouding tussen de zouten in het bloed (natrium, kalium en calcium) te controleren
wanneer u last heeft van oedeem (vochtophoping) als gevolg van ernstig verminderde werking van de nieren; er zal regelmatig bloed worden afgenomen om de verhouding tussen de zouten in het bloed (natrium, kalium en calcium) te controleren
wanneer u suikerziekte heeft; de werking van bloedsuikerverlagende middelen kan minder zijn
wanneer u behandeld wordt voor hypercholesterolemie (verhoogd chotesterol gehalte); er kan beter gezocht worden naar een ander middel
wanneer u ACE-remmers (middelen bij hoge bloeddruk) gebruikt; de bloeddrukverlagende werking kan versterkt worden. De arts zal mogelijk de dosering aanpassen. Bij starten van de behandeling met een ACE-remmer wordt mogelijk een paar dagen daarvoor gestopt met de behandeling met Hydrochloorthiazide PCH
wanneer u last heeft van lupus erythematosus (auto-immuunziekte); deze ziekte kan weer geactiveerd worden
wanneer u last krijgt van spierslapte, droge mond en hartritmestoornissen door een tekort aan kalium als gevolg van de werking van dit product, het gebruik van Hydrochloorthiazide PCH dient gestaakt te worden
wanneer u last heeft van jicht; jicht kan zich openbaren of verergeren.
Gebruik van Hydrochloorthiazide PCH In combinatie met andere geneesmiddelen
Let op: de volgende opmerkingen kunnen ook van toepassing zijn op het gebruik van geneesmiddelen enige tijd geleden of in de nabije toekomst.
De in deze rubriek genoemde geneesmiddelen kunnen bij u bekend zijn onder een andere naam, vaak de merknaam. In deze rubriek wordt alleen de naam van de werkzame stof of van de groep van werkzame stoffen van het geneesmiddel genoemd en niet de merknaam! Kijk daarom altijd goed op de verpakking of in de bijsluiter wat de werkzame stof is van de geneesmiddelen die u gebruikt.
Een wisselwerking wil zeggen dat (genees)middelen bij gelijktijdig gebruik elkaars werking en/of bijwerking beïnvloeden. Een wisselwerking kan optreden bij gelijktijdig gebruik van deze tabletten met:

lithium (middel bij manisch-depressieve stoornissen ernstige neerslachtigheid afgewisseld met perioden van zeer opgewekte stemming); hydrochloorthiazide kan de lithiumspiegel in het bloed verhogen. De lithiumspiegel moet daarom extra worden gecontroleerd
digoxine (digitalisglycosiden) en vergelijkbare middelen (middelen bij hartzwakte en bij onregelmatige hartslag); gelijktijdig gebruik kan leiden tot hartstoornissen
bloedsuikerverlagende middelen (middelen bij suikerziekte); het kan nodig zijn de dosering van het bloedsuikerverlagende middel aan te passen
bepaalde spierverslappende middelen welke voornamelijk gebruikt worden bij intubatie (inbrengen van een buis) voor een operatie of ter vergemakkelijking van beademing bij intensive care unit patiënten; de werking van deze middelen kan worden versterkt
corticosteroïden zoals prednison, prednisolon, hydrocortison (middelen die onder andere ontstekingen remmen); de kans bestaat op een verlaagd kaliumgehalte van het bloed
ACTH (bijnierschorshormonen); de kans bestaat op een verlaagd kaliumgehalte van het bloed
amfotericine (middel bij schimmelinfectie); de kans bestaat op een verlaagd kaliumgehalte van het bloed
carboneloxon; de kans bestaat op een verlaagd kaliumgehalte van het bloed
indometacine (een pijnstiller); de werkzaamheid van hydrochloorthiazide kan verzwakt worden
ACE-remmers (middelen bij verhoogde bloeddruk en bij hartzwakte); de werkzaamheid van ACE-remmer kan versterkt worden
allopurinol (middel tegen jicht); het risico van overgevoeligheidsreacties op allopurinol kan vergroot worden
amantadine (middel bij parkinson); het risico van bijwerkingen van amantadine kan vergroot worden
cytostatica (middelen tegen kanker); de uitscheiding van cytostatica kan verminderd worden
anticholinergica (zoals bijvoorbeeld atropine, biperideen); de werkzaamheid van deze middelen kan versterkt worden
cholestyramine (middel bij diarree); de werkzaamheid van hydrochloorthiazide kan verminderd worden
vitamine D; de hoeveelheid calcium in het bloed kan toenemen
cyclosporine (middel dat gebruikt wordt bij orgaantransplantaties); de hoeveelheid urinezuur in het bloed kan verhoogd worden, waardoor er kans is op jichtachtige verschijnselen
calciumzouten; de kans bestaat op een verhoogd calciumgehalte van het bloed
diazoxide; de kans op hyperglykemie (te hoog suikergehalte in het bloed) door diazoxide kan toenemen

In de bijsluiter leest men tal van waarschuwingen en tal van bijwerkingen (zie: http://www.cbg-meb.nl/CBG/nl/humane-geneesmiddelen/geneesmiddeleninformatiebank/default.htm
Vervolgens gaan we een ACE remmer toevoegen bij de thiazide. Hierboven staat de werking van de ACE remmer kan beinvloed worden door o.a. Thiazide.
Wat weten we over ACE remmers?:

Veelgebruikte middelen (ACE remmers)

benazepril
captopril
cilazapril
enalapril
fosinopril
lisinopril
perindopril
quinapril
ramipril
trandolapril
zofenopril

Middelen die remmend werken op het angiotensineconverterend enzym (ACE), worden vaak gebruikt ter behandeling van chronisch hartfalen waarbij het rondpompen van bloed door het lichaam minder efficiënt gebeurt. ACE-remmers (spreek uit: ees-remmers) worden ook gebruikt bij de behandeling van verhoogde bloeddruk (hypertensie), vaak bij mensen met diabetes mellitus of astma, stofwisselingsstoornissen of wanneer andere antihypertensiva niet blijken te werken of onacceptabele bijwerkingen hebben. Ook kunnen ACE-remmers worden ingezet bij de behandeling van nierlijden door diabetes. Bij deze laatste aandoening zijn de kleine bloedvaten in het filterende deel van de nieren beschadigd, waardoor er eiwitten naar de urine lekken. ACE-remmers worden soms ook voorgeschreven aan patiënten met een hartaanval om verdere schade te voorkomen.
Werking
ACE-remmers voorkomen de normale vorming van angiotensine II in het lichaam. Dit is een hormoon dat de bloedvaten doet samentrekken. Doordat ze de hoeveelheid angiotensine in het bloed verlagen, zorgen ACE-remmers ervoor dat de bloedvaten verwijden (dilatatie). Zodoende wordt de bloeddruk lager, zodat het hart het bloed gemakkelijker kan rondpompen. Bij patiënten met hartfalen en angina pectoris voorkomen ACE-remmers ook verdere schade aan hart- en bloedvaten.

Hoe ACE-remmers precies werken bij het verminderen van nierziekte door suikerziekte, is niet geheel duidelijk. Bij mensen met andere nieraandoeningen worden ACE-remmers niet voorgeschreven, omdat ze de ziekte dan juist kunnen verergeren.
Gebruik
ACE-remmers worden soms tegen verhoogde bloeddruk voorgeschreven in combinatie met diuretica of bètablokkers (Geneesmiddelen tegen ritmestoornissen), als het gebruik van een enkel middel niet voldoende helpt.

In de meeste gevallen moeten de middelen minstens enkele maanden worden gebruikt en soms zelfs jaren. Voordat iemand een ACE-remmer krijgt voor hartfalen of verhoogde bloeddruk, moet hij mogelijk eerst een bloedonderzoek laten doen om te zien of de nierfunctie normaal is.

In het begin zal de arts waarschijnlijk een oraal middel in een lage dosis voorschrijven. In de loop van enkele weken wordt de dosis verhoogd totdat deze effectief wordt. In sommige gevallen, bijvoorbeeld bij oudere mensen, kan de arts vragen het middel voor de eerste keer te nemen in zijn spreekkamer, zodat hij kan ingrijpen als de bloeddruk plotseling te sterk daalt. Soms moet het gebruik van het diureticum eerst enige dagen worden gestopt.
Bijwerkingen
Bij een sterke bloeddrukdaling, waardoor er niet genoeg bloed naar het hoofd stroomt, kan iemand licht in het hoofd worden. Als dit zo blijft, moet de arts opnieuw worden geraadpleegd. Deze kan dan eventueel de dosis aanpassen. Het is niet raadzaam om auto te rijden of mogelijk gevaarlijke dingen te doen voordat duidelijk is wat precies het effect is van het middel.

Een veelvoorkomende bijwerking is een prikkelhoest (5-20%). De aan deze groep verwante angiotensine II-antagonisten heeft dit effect minder vaak. Een enkele keer treden spierkrampen, diarree en de huidaandoening netelroos (urticaria) of zelfs angio-oedeem op. Een zeldzame, maar ernstige bijwerking is nierschade.
Let op
Het gebruik van een ACE-remmer moet niet gecombineerd worden met een NSAID zonder overleg met uw arts, omdat deze combinatie de kans op nierschade verhoogt, vooral als er een diureticum gegeven wordt.
De RAMIPRIL die tot de ACE remmers behoort:
Algemeen:
Indien mogelijk dient zout- en/of vochttekort gecorrigeerd te worden of een bestaande therapie met een diureticum 2 tot 3 dagen voor aanvang van de behandeling met ramipril verminderd of gestaakt te worden (echter, bij patiënten met hartfalen dient dit afgewogen te worden tegen het risico van een te groot volume). In deze patiënten dient de therapie gestart te worden met de laagste enkelvoudige dosering van ’s morgens 1,25 mg ramipril. Na toediening van de eerste dosering, maar ook na een verhoging van de dosering van ramipril en/of diuretica dienen deze patiënten minimaal 8 uur gecontroleerd te worden door een arts, om een onbeheerste orthostatische reactie te voorkomen.
Gebruik bij ouderen
De dosering dient aangepast te worden aan de nierfunctie van de patiënt
Ras
ACE-remmers veroorzaken een groter aantal gevallen van angio-oedeem bij het negroïde ras dan bij andere rassen.
Net als andere ACE-remmers kan ramipril minder effectief zijn in het verlagen van de bloeddruk bij het negroïde ras dan bij andere rassen, waarschijnlijk vanwege een hogere prevalentie van een laag reninegehalte in de hypertensieve populatie van het negroïde ras.

Bloed- en Lymfestelselaandoeningen
Zelden: vermindering van het hemoglobinegehalte, verlaging van de hematocriet
Zeer zelden: beenmergdepressie, anemie, trombocytopenie, leukopenie, agranulocytose, hemolytische anemie, lymfadenopathie, auto- immuunziekte.
Deze veranderingen in het bloedbeeld komen vaker voor bij patiënten met nierinsufficiëntie en patiënten met een vasculaire ziekte van collagene aard zoals lupus erythematodes en sclerodermie, evenals bij gelijktijdig gebruik van geneesmiddelen die ook een verandering in het bloedbeeld kunnen veroorzaken.
Voedings- en stofwisselingsstoornissen
Zeer zelden: hypoglykemie

Zenuwstelselaandoeningen en psychische stoornissen
Vaak: duizeligheid, hoofdpijn
Soms: stemmingswisselingen, paresthesie, duizeligheid, smaakveranderingen, slaapstoornissen
Zelden: mentale verwarring

Hart- en bloedvataandoeningen
Vaak: orthostatische effecten (waaronder hypotensie)
Soms: myocardinfarct of cerebrovasculair accident, mogelijk als gevolg van excessieve hypotensie bij patiënten met verhoogd risico, palpitaties, tachycardie, syndroom van Raynaud

Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen
Vaak: hoest
Soms: dyspneu, rhinitis
Zeer zelden: bronchospasmen, sinusitis, allergische alveolitis/eosinofiele pneumonie

Maagdarmstelselaandoeningen:
Vaak: diarree, braken
Soms: misselijkheid, buikpijn en indigestie, anorexie
http://db.cbg-meb.nl/IB-teksten/h28001.pdf
Dan is het volgende ingrediënt Atenolol.

Therapeutische indicaties
Hypertensie
Chronische stabiele angina pectoris
Secundaire preventie na een acuut myocard infarct
Supraventriculaire a-ritmiëën:

paroxismale supraventriculaire tachycardie (therapeutisch of profylactisch)
atriumfibrilleren en -fladderen: bij onvoldoende reactie op maximale doseringen hartglycosiden; indien hartglycosiden gecontraïndiceerd zijn of indien er sprake is van een ongunstige risk/benefit ratio.
Ventriculaire a-ritmiëën:
Ventriculaire extrasystoles (therapeutisch of profylactisch), indien de extrasystoles het resultaat zijn van een toegenomen sympaticus activiteit.
Ventriculaire tachycardie en ventriketfibrilleren (profylactisch), met name indien de ventriculaire afwijking het resultaat is van een verhoogde sympaticus activiteit.
Dosering en wijze van toediening
De dosering dient individueel te worden vastgesteld. Het verdient aanbeveling om met een zo laag mogelijke dosering te beginnen teneinde eventuele decompensatie, bradycardie of bronchiale verschijnselen tijdig te kunnen opmerken, vooral bij bejaarde patiënten is dit van belang. Verdere aanpassing dient langzaam (bijvoorbeeld éénmaal per week) onder controle plaats te vinden of op geleide van het klinisch effect.
Ischemische hartziekten
Vooral bij patiënten met ischemische hartziekten moet de behandeling niet plotseling worden gestaakt. De dosis moet geleidelijk, in 1 a 2 weken, worden verminderd, zo nodig met gelijktijdige introductie van vervangende therapie om verergering van angina pectoris te voorkomen.
Daarnaast kunnen hypertensie en aritmieën ontstaan.
Verder is er een kans op een hartinfarct en plotseling overlijden.
Atenoiol dient niet gebruikt te worden bij patiënten met onbehandeld hartfalen. Deze aandoening dient eerst onder controle gebracht te worden.
Perifere doorbloedingsstoornissen
Bij patiënten met perifere circulatiestoomissen (ziekte of syndroom van Raynaud, claudicatio intermittens), moet atenolol met grote voorzichtigheid worden toegepast omdat verergering
van deze aandoeningen kan optreden.
Ernstige perifere doorbloedingsstoornissen zijn een contra-indicatie.
Hartfrequentie
Atenolol kan bradycardie induceren. Indien de polsfrequentie daalt beneden 50-55 slagen per minuut in rust en de patiënt ervaart symptomen gerelateerd aan bradycardie, moet de dosis worden verlaagd.

Luchtwegen
Bij patiënten met chronisch obstructieve longziekten kan een luchtwegobstructie verergeren.
Daarom moet atenolol bij deze patiënten slechts met grote voorzichtigheid worden toegepast.
Hartblokkade
In verband met het negatieve effect op de geleidingstijd, dient atenolol slechts met voorzichtigheid te worden toegepast bij patiënten met een eerste graads hartblock.
Nierfunctiestoomissen
Bij patiënten met een verminderde nierfunctie dient de dosering aangepast te worden op geleide van de verminderde glomerulaire filtratie snelheid.
Ouderen
Ouderen dienen met voorzichtigheid behandeld te worden.

Prinzmetal angina oectoris (=coronair spasme)
Atenolol kan het aantal en de duur van angineuze aanvallen vergroten bij patiënten met Prinzmetal angina als gevolg van een onbelemmerde, alpha-receptor gestuurde krans(slag)ader vasoconstrictie. Atenolol dient bij deze patiënten daarom slechts met grote voorzichtigheid toegepast te worden.
Psoriasis
Bij patiënten waarbij psoriasis in de anamnese voorkomt dient atenolol slechts na ampele overwegingen toegepast te worden.
Allergenen
Atenolol kan zowel de gevoeligheid voor allergenen als de ernst van anaphylactische reacties vergroten. Atenolol kan de werkzaamheid van epinefrine verminderen.

Bloed- en Ivmfestelsel aandoeningen
Zelden: thrombocytopenie, leukopenie.

Endocriene aandoeningen
Bèta-blokkers kunnen de symptomen van thyrotoxicose of hypoglykemie maskeren.

Psychische stoornissen
Soms: slaapstoornissen.
Zelden: hallucinaties, psychosen, verwardheid, depressie, nachtmerries, angst, impotentie.
Zenuwstelselaandoeningen
Zelden: hoofdpijn, duizeligheid, paresthesie van de extremiteiten.
Oogaandoeningen
Zelden: wazig zien, visusstoomissen, droge ogen.
Hartaandoeningen
Vaak: bradycardie.
Zelden: een trage AV-geleiding of een toename van een bestaand AV-block, hypotensie (soms in samenhang met syncope), verergering van decompensatio cordis.
Bloedvataandoeningen
Vaak: koude en cyanotische extremiteiten.
Zelden: Raynaud fenomeen, toename van een bestaande claudicatio intermittens.
Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen
Zelden: bronchospasmen bij patiënten met bronchiaal astma of astmatische klachten in de anamnese.
Maagdarmstelselaandoeningen
Vaak: maag-darm klachten, misselijkheid, braken, diarree, droge mond en constipatie.
Huid- en onderhuidaandoeningen
Zelden: huiduitslag, alopecia, psoriasisachtige huidreacties, verergering van psoriasis, purpura.
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen
Vaak: vermoeidheid, zweten.
Onderzoeken
Zeer zelden: een toename in A(nti) N(ucleaire) A(ntilichamen) is waargenomen. De klinische relevantie hiervan is onduidelijk.
Overdosering
Symptomen bij overdosering zijn:
Bradycardie, hypotensie, bronchospasmen en acute hartinsufficiëntie.

En dan hebben we nog de aspirine, waar de meningen zeer over verdeeld zijn.
Bijwerkingen
De volgende bijwerkingen kunnen voorkomen:

maagklachten (gastritis, zuurbranden)
bloedverlies in het maagdarmkanaal (meestal occult); bij langdurig of veelvuldig gebruik kan dit leiden tot bloedarmoede
overgevoeligheidsverschijnselen (urticaria, huiduitslag, angio-oedeem, rhinitis, bronchospasmen en anafylactische shock)
verlenging van de bloedingstijd.

Contra-indicaties
Acetylsalicylzuur dient niet te worden gebruikt bij:

maagpatiënten die bij eerder gebruik maagpijn kregen
ulcus pepticum

Deel IB Aspirine
maag-/dannbloedingen
overgevoeligheid voor salicylzuurverbindingen of prosta-glandinesynthetaseremmers (bv. bij sommige astmapatiënten; deze kunnen een aanval krijgen of flauwvallen)
leverinsufficiëntie
ernstige nierinsufficiëntie
patiënten met hemorragische diathese of stollingsstoornissen, zoals hemofilie, hypotrombinemie
patiënten die met antistollingsmiddelen worden behandeld.
Speciale waarschuwingen en bijzondere voorzorgen bij gebruik

Veelvuldig gebruik wordt ontraden. Indien de klachten aanhouden, veranderen of terugkeren, uw arts raadplegen.
Geen acetylsalicylzuur gebruiken vóór of na het trekken van tanden of kiezen.
Kort vóór of kort na gebruik van alcohol geen acetylsalicylzuur innemen.
Acetylsalicylzuurbevattende produkten mogen bij kinderen, die symptomen vertonen van griep of waterpokken, alleen op advies van de arts en slechts dan worden toegediend, wanneer andere maatregelen tekort schieten. Mocht er in het verloop van deze aandoeningen sprake zijn van langdurig overgeven, bewustzijnsverlaging of gedragsstoornissen, dan kan dit duiden op het
syndroom van Reye, een zeer zeldzaam voorkomende, maar onder bepaalde omstandigheden levensgevaarlijke ziekte, die onmiddellijk ingrijpen door een arts noodzakelijk maakt.

Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie

Bij gelijktijdig gebruik van orale anticoagulantia en/of heparines kan de bloedingsneiging versterkt zijn. Gelijktijdig gebruik van alcohol vergroot de kans op maagklachten.
Waarom Dr. Nijhuis dit wil voorschrijven aan ALLE 50+, is mij een raadsel.
Tja ik weet niet hoe U erover denkt, maar het lijkt mij beslist ongezond om zonder enige medische noodzaak 1 van deze middelen dagelijks in te nemen, laat staan in combinatie met elkaar.

Mocht de pil alleen op de markt komen voor mensen die deze pillen afzonderlijk slikken en de polypil krijgen voorgeschreven omdat men dan maar 1 ipv 4 pillen dient in te nemen. Dan nog vind ik dat het voorschrijven van noodzakelijk medicatie individueel dient te gebeuren. Anders wordt maatwerk confectiewerk.

Blijft ook nog over de cholesterolremmer. Daarover heb ik reeds een aantal artikelen geschreven op deze website.
Tevens treft U binnekort (.nov. 2009) op deze website een artikel aan met de titel Het mysterie van het hart. Dit artikel is met toestemming overgenomen uit Medisch Dossier jaargang 11, nummer 9. Waarin U o.a. kunt nalezen wat een cholesterolremmer met uw geheugen doet, de keerzijde van aspirine en de andere oorzaken van hartkwalen.

Deel dit artikel op..
Dit bericht is geplaatst in Artikelen D. Bookmark de permalink.