Depressies

Depressies kan men verdelen in twee ‘soorten’. Zo kent men de endogene depressie en de exogene depressie.

Een ander woord voor endogene depressie is de vitale depressie. Deze stemmingsstoornis komt voort vanuit een erfelijke aanleg. Dus uit de karakterstructuur van iemand.
Iemand die aan endogene depressies lijdt wordt depressief zonder aanwijsbare oorzaak.

Face5Een ander woord voor exogene depressie is reactieve depressie en het woord zegt het eigenlijk al hierbij raakt iemand in een depressie als reactie op iets. Bijvoorbeeld het verlies van een baan, echtscheiding, een ziekte en dergelijke. Is de oorzaak van de depressie opgelost dan verdwijnt veelal de depressie.

Wanneer is iemand nu depressief. Iedereen kent wel eens dagen dat het allemaal wat minder gaat. Doorgaans wordt gesteld dat iemand depressief is indien hij/zij gedurende op zijn minst 2 aan een gesloten weken last heeft van een aantal kenmerken. Als kenmerk wordt genomen:
verlies van interesse, bedroefdheid, zwaar tillen aan gebeurtenissen, verlies van zelfvertrouwen. Vaak ziet men slaapstoornissen optreden, waarna de eerste stap naar de huisarts is gezet voor slaapmiddelen. Soms gaat iemand overmatig veel slapen. Je zou dit kunnen zien als een vlucht uit de depressie. Er is hyperactiviteit of juist traagheid. Alles kan de persoon irriteren en dat is voor de omgeving veelal moeilijk te hanteren. De omgeving gaat zich in een dergelijke situatie vaak van de patiënt distantiëren en dat bevordert weer zijn of haar isolement. Dit noemt men een geagiteerde depressie. Is de persoon juist enorm lusteloos dan noemen we dat een geremde depressie. Zo iemand kan dagenlang zijn mond houden.

Het is voor een depressief mens erg moeilijk om aan een dag te beginnen. Er kunnen verstoringen in het dagritme gaan ontstaan. ‘s Avonds is het moeilijk naar bed gaan met het vooruitzicht op een slapeloze nacht en opstaan is ook moeilijk omdat de patiënt geen zin heeft aan een nieuwe dag te beginnen.

Soms treden er angsten op. Angst voor ziekten, angst in het donker, om alleen te zijn, hoogtevrees, pleinvrees etc. Concentratieproblemen ontstaan omdat de malende gedachten de patiënt volledig in beslag nemen. Piekeren veroorzaakt ook weer besluiteloosheid. Er ontstaat interesseverlies waardoor de patiënt op een gegeven ogenblik een zeer geïsoleerd bestaan gaat leiden en dat terwijl contacten met anderen juist zo nodig zijn om uit het dal te komen.

Veelal treden er lichamelijke klachten op zoals bijvoorbeeld spanningshoofdpijn, pijn op de borst, druk op de maag. Soms ontlaadt de spanning zich in een hyperventilatieaanval. Verlies van libido, eetstoornissen. Meestal is er sprake van verminderde eetlust; ze kunnen geen hap door hun keel krijgen. Af en toe wordt dit veroorzaakt doordat veel depressieve mensen een droge mond hebben (soms de bijwerking van antidepressiva). Niet altijd worden de lichamelijke klachten in verband gebracht met een depressie.
Doordat de patiënt zelf het gevoel ontwikkelt te kort te schieten krijgt hij het gevoel waardeloos te zijn, hij/zij blijft malen over (vermeende) fouten. Hij/zij gaat zich steeds schuldiger voelen. Het leven wordt gevoeld als een kwelling en incidenteel kunnen er gedachten aan de dood ontstaan. Anderen hebben alleen maar last en verdriet om hem/haar, wordt gedacht.

Indien iemand langer dan twee jaar depressief is, soms afgewisseld met periodes waarin de stemming wat beter is dan spreekt men van een dysthyme stoornis. Je ziet dan problemen met de eetlust, concentratie, slapen, intense vermoeidheid, gebrek aan zelfvertrouwen, zich schuldig voelen over van alles, en vaak een machteloos en hulpeloos gevoel.

Dan kent men nog de manisch-depressieve patiënten. Daarbij is er sprake van twee totaal tegengestelde polen: de depressie en de manie. Bij de manie is iemand ziekelijk opgewekt. Ze kunnen de hele wereld aan, hebben een tomeloze energie, ondernemen van alles en doen het liefst van alles tegelijk. In zo’n manische periode kunnen de patiënt allerlei dingen overkomen; het kan leiden tot het verbreken van relaties of faillissement. Er wordt zo goed als niet meer geslapen en ze zijn niet voor rede vatbaar. Dit alles wisselt zich af met zeer depressieve stemmingen.

Wat kan homeopathie doen?

Natuurlijk is het niet zo dat de depressieve patiënt bij de klassiek homeopaat komt een korreltje krijgt en daarna weer beter is. Meestal moet er intensief behandeld worden. Er moet gezocht worden naar passende middelen voor de patiënt. Meestal zijn er meer dan één middel nodig. Homeopathie kan zeer waardevol zijn voor patiënten die veel antidepressiva gebruiken en daar van af willen. Dat alles zal moeten gebeuren in overleg met de voorschrijver van de antidepressiva. Men kan zowel naar een klassiek werkende homeopaat gaan als naar een klassiek homeopathisch werkende psychiater.

 

Casus

Na het overlijden van haar ouders ten gevolge van een auto-ongeluk ontwikkelde mevr. X een aantal lichamelijke klachten. Ze kreeg frequent hoofdpijn, pijn in de rug en ging na verloop van tijd hyperventileren. Door deze hyperventilatieaanvallen dorst zij niet meer in de trein. Dus naar haar werk gaan werd een probleem. Na verloop van tijd dorst zij ook geen boodschappen meer te doen en ging uiteindelijk de straat mijden.
Haar toenmalige vriend had er na 1½ jaar genoeg van en besloot weg te gaan. De depressie ging steeds dieper. Het isolement werd steeds groter en na verloop van tijd waren gedachtes aan zelfdoding haar niet vreemd.

Na ruim 2½ jaar las haar broer een artikel over klassieke homeopathie en besloot zijn zus over te halen tot een klassiek homeopathische behandeling. Het eerste half jaar kwam de homeopaat aan huis. Daarna dorst mevr. X in gezelschap naar de homeopaat toe te gaan. Het werd een intensieve behandeling zowel voor mevr. X als ook voor de klassiek homeopaat. Met veel geduld en doorzettingsvermogen, met de bekende ups en downs en na een behandeling van ruim 1½ jaar ging het snel de goede kant op. Inmiddels doet mevr. X weer zelf haar boodschappen, gaat buiten de spits de trein weer in en durft weer naar verjaardagen te gaan. 1x in de 4 maanden bezoekt zij de homeopaat om de vooruitgang te evalueren. Soms krijgt zij een middel mee, soms niet.
Ze is er nog niet, maar zowel de homeopaat alsook mevr. X zijn positief over de toekomst.

Deel dit artikel op..
Dit bericht is geplaatst in Artikelen D met de tags , , . Bookmark de permalink.